De rekenontwikkeling – een cumulatief leerproces
Leren rekenen kan gekenschetst worden als een stapeling van kennis en vaardigheden. Dit cumulatieve karakter van het leren van de basisbewerkingen is gevisualiseerd in “Het Rekenmuurtje”.
De verschillende ‘lagen’ van het Rekenmuurtje
Het Rekenmuurtje is opgebouwd in verschillende ‘lagen’ in het rekenproces.
De donker groene stenen in de onderste lagen vormen de basis voor een solide rekenontwikkeling. Bij deze sommen is het automatiseren / memoriseren van groot belang!
De verschillende toetsen van de Bareka Online Rekentoetsen brengen het totale rekenmuurtje in beeld.
De speedtoetsen brengen de vlotte beheersing (speed) van de donker groene stenen uit het muurtje in beeld.
De powertoetsen brengen de beheersing (power) van het complete rekenmuurtje in beeld.
De getalbegrip-toetsen brengen de beheersing van de “tussenlagen” in beeld. Het getalbegrip vormt de basis voor de “power” van de bewerkingen.
Het drempelmodel
Om het kennen en kunnen van een leerling in beeld te brengen werd bij het wetenschappelijk onderzoek gebruik gemaakt van twee typen toetsen: Screeningstoetsen, bestaande uit de representatieve sommen voor de groepen 3 t/m 6/7 van het BaO, en automatiseringstoetsen, waarin de vlotte beschikbaarheid van de basiskennis wordt getoetst. T.b.v. het onderzoek waren de automatiseringstoetsen verdeeld over vijf ‘drempels’:
1) Optellen en aftrekken tot 10 ( 4+3, 7- 4)
2) Getallenlijn tot 100
3) Optellen en aftrekken over 10 tot 20 (8+7, 15-7)
4) Bouwsteensommen tot 100 (47+30, 67-40, 35+7, 35-7)
5) De tafels en de deeltafels
De vijf drempels vormden de basis voor het wetenschappelijk onderzoek naar het hoofdrekenen. Het vlot kunnen beschikken over de basale voorkennis geldt als een voorwaarde voor het procedureel correct kunnen oplossen van de sommen in de volgende ‘lagen’ van het Rekenmuurtje.